J'apprends les maths avec Tchou CP

De collectie die het kind een stevig fundament geeft in wiskunde

Vijf sterke punten :

• Vanaf het begin van het jaar wordt er gelijktijdig geleerd om twee numerieke rijmpjes te zingen: het gewone rijmpje (een, twee... tien, elf...) en een regelmatig Aziatisch rijmpje (een, twee... tien en een, tien en twee... twintig, twintig en een...) voor een beter begrip van het numerieke systeem vanuit taalkundig oogpunt.
• Er wordt veel aandacht besteed aan anticipatieprobleemsituaties (met behulp van de 32 kaarten die bij het handleidingboek zijn geleverd en hieronder te downloaden zijn).

Twee manieren om getallen voor te stellen: een gebaseerd op hun organisatie in dobbelsteenconstellaties (de "getallen zoals Dédé", met de nadruk op het getal 5); de andere gebaseerd op hun organisatie in paren (de "getallen zoals Perrine"). Deze laatste bevordert andere strategieën en maakt een flexibelere berekening mogelijk. Het leidt ook tot een beter begrip van groepering per 10.

Het bestuderen van groeperingen van 2 en 5 voordat men groeperingen van 10 behandelt, vergemakkelijkt het onderwijs in decimale notatie en bereidt voor op het bestuderen van vermenigvuldiging en deling.

Aftrekking wordt geïntroduceerd in een vergelijkingssituatie: het aftrekkingsteken "-" wordt meteen in een verschilsituatie geïntroduceerd om de leerlingen te helpen begrijpen dat deze bewerking helpt bij het oplossen van vele andere problemen dan alleen die waarbij er wordt afgetrokken, verloren gaat, etc.

Bij meetkunde wordt een pedagogische methode gebruikt die de verwoording van de voorwaarden voor het succes van de taak, anticipatie en zelfevaluatie bevordert (dankzij de personages Couic-Couic en Géom).

Op deze manier hervat J'apprends les maths avec Tchou een onderwijspraktijk die werd begunstigd door de beroemde pedagoog Cuisenaire.