Le fichier Vocaplus - Cycle 2 est un outil complet et clé en main, conçu pour enrichir le vocabulaire des élèves du cycle 2. Il contient 160 fiches détachables et photocopiables, réparties sur deux niveaux (niveau 1 et niveau 2). Chaque niveau propose 10 unités, chacune articulée autour d’un mot clé connu des élèves. Le guide pédagogique inclus facilite la mise en œuvre de la démarche en collectif, en groupe ou en autonomie.
Les unités sont organisées de manière progressive :
- Découverte du mot pilote : une première fiche pour recueillir des mots proposés par les élèves ou issus des visuels fournis, classés en catégories.
- Émergence de nouveaux mots : trois fiches pour étendre le vocabulaire autour du mot pilote à l'aide de questions ciblées (qui ? quoi ? où ?).
- Exploration des mots et de leur structure : deux fiches pour travailler sur les synonymes, antonymes, polysémie et dérivation.
- Recontextualisation : une fiche pour réintroduire les nouveaux mots dans des textes à lire.
- Production d'écrit : une fiche pour permettre aux élèves de réinvestir le vocabulaire acquis par la création de textes.
Chaque unité se conclut par un récapitulatif des mots étudiés et une visualisation des mots à retenir sous forme de marguerites. Ce fichier aide à renforcer l’acquisition du vocabulaire de manière ludique et méthodique.
Het bestand Vocaplus - Cyclus 2 is een complete en kant-en-klare tool, ontworpen om de woordenschat van leerlingen in cyclus 2 te verrijken. Het bevat 160 verwijderbare en kopieerbare bladen, verdeeld over twee niveaus (niveau 1 en niveau 2). Elk niveau biedt 10 eenheden, elk gebaseerd op een sleutelwoord dat bekend is bij de leerlingen. De meegeleverde handleiding maakt het gemakkelijk om de aanpak in de klas, in groepen of zelfstandig uit te voeren.
De eenheden zijn progressief gestructureerd:
- Ontdekking van het kernwoord: een eerste blad om woorden te verzamelen die door de leerlingen zijn voorgesteld of afkomstig zijn van de verstrekte afbeeldingen, die in categorieën worden geclassificeerd.
- Opmaken van nieuwe woorden: drie bladen om de woordenschat rond het kernwoord uit te breiden met gerichte vragen (wie? wat? waar?).
- Verkenning van de woorden en hun structuur: twee bladen voor werk aan synoniemen, antoniemen, polysemie en afleiding.
- Hercontextualisatie: een blad om de nieuwe woorden te herintroduceren in te lezen teksten.
- Schriftelijke productie: een blad waarmee leerlingen de verworven woordenschat kunnen herinvesteren door het maken van teksten.
Elke eenheid wordt afgesloten met een samenvatting van de bestudeerde woorden en een visualisatie van de woorden om te onthouden in de vorm van margrieten. Dit bestand helpt om de woordenschatverwerving op een leuke en methodische manier te versterken.